Bijwerkingen van psychoactieve medicate

Griepachtige symptomen – Het vertonen van irritatie van de luchtwegen (ademhalingsorganen), zoals verkoudheid, plotselinge koorts, pijntjes en pijn, alsmede zich zwak voelen en bedrust willen, hetgeen lijkt op het hebben van griep.

Hypertranspiratie – Een grote hoeveelheid transpiratie die een medische oorzaak heeft.

Koorts – Abnormaal hoge lichaamstemperatuur, waarbij de normale tempratuur voor mensen 37 graden Celsius of 98.6 graden Fahrenheit is. Koorts is een symptoom van ziekte of wanorde in het lichaam. Het lichaam wordt beïnvloed doordat het heet aanvoelt, rillerig, zweterig, zwak en uitgeput is. Als koorts te hoog wordt, of lang duurt, kan dit de dood tot gevolg hebben.

Kramp in de borst – Mild of stekend ongemak, verkramping of druk in de borststreek (willekeurige plek tussen keel en buik). De oorzaken kunnen mild of levensbedreigend zijn, omdat ze het hart, de longen en de omliggende spieren omvatten.

Malaise – Het ietwat onduidelijke gevoel van ongemak dat je krijgt wanneer je je ziek begint te voelen.

Oedeem in de ledematen – Abnormale zwelling van het weefsel van het lichaam veroorzaakt door een opeenhoping van vocht.

Opvliegers – Kortstondige, abnormale verwijding van de bloedvaten die een plotseling gevoel van hitte over het gehele lichaam veroorzaakt. Vrouwen in de overgang ervaren dit soms.

Pijn in de Benen – Een pijnlijke sensatie in de benen die wordt veroorzaakt door overmatige stimulatie van de zenuwuiteinden in de benen en die leidt tot een groot ongemak.

Pijn in de borst – Hevig ongemak in de borst dat veroorzaakt wordt door een tekort aan zuurstof naar het hart toe, vanwege vernauwing van de bloedvaten of krampen.

Pijn in ledematen – Plotseling, scherp en ongecontroleerd ongemak in een arm of been.

Rillingen – Er bleek uitzien terwijl je het koud hebt en trilt, gaat soms gepaard met koorts.

Vallen – Plotseling je normale rechtopstaande positie verliezen.

Vermoeidheid – Verlies van normale kracht tot een punt waarop je niet meer in staat bent om normale lichamelijke en geestelijke activiteiten te verrichten.

 

Cardiovasculair (te maken hebbend met het hart en de bloedvaten)

Afwijkend ECG – Een test met de naam elektrocardiogram (ECG) legt de activiteit van het hart vast. Hierbij worden hartslagen maar ook de positie en de grootte van de vier hartkamers gemeten. Er wordt ook gemeten of er schade aan het hart is en wat de invloed van medicijnen of mechanische apparaten zoals pacemakers is. Wanneer de test een afwijking vertoont, betekent dit dat er sprake is van één of meer van de volgende zaken: hartziekte, hartafwijkingen, te snelle of te langzame hartslag, ziekte aan de bloedvaten die van het hart of de hartkleppen af gaan, en of een hartaanval uit het verleden of eentje die op handen is.

Blozen – De huid wordt over het gehele lichaam rood.

Bradycardie – De hartslag wordt vertraagd van 72 slagen per minuut, hetgeen normaal is, tot onder de 60 slagen per minuut bij een volwassene.

Hartkloppingen – Ongewone en niet normale (abnormale) hartslag, die soms onregelmatig is, maar snel en krachtig bonken of trillen. Het kan worden veroorzaakt door shock, opwinding, inspanning of stimulerende medicijnen. Een persoon is zich gewoonlijk niet bewust van zijn/haar hartslag.

Spataderen – Ongewone gezwollen aderen aan de oppervlakte van de huid die er soms gedraaid en in de knoop, maar altijd vergroot, uitzien. Indien ze rond de anus voorkomen, heten ze aambeien. De oorzaak wordt toegeschreven aan erfelijke zwakte van de aderen, verergerd door zwaarlijvigheid, zwangerschap, druk van het staan, ouderdom, etc. Ernstige gevallen kunnen zwelling in de benen, enkels en voeten, eczeem en/of zweren op de aangetaste plekken ontwikkelen.

Tachycardie – De hartslag wordt versneld tot boven de 100 slagen per minuut bij een volwassene. De normale hartslag bij een volwassene is 72 slagen per minuut.

Verhoogde bloeddruk – Hoge bloeddruk is een symptoom van een aandoening in de bloedvaten die van het hart weglopen. Hoge bloeddruk staat bekend als “sluipmoordenaar”. De symptomen zijn meestal niet overduidelijk. Het kan echter tot schade aan het hart, de hersenen, nieren en ogen leiden en uiteindelijk zelfs tot een hartaanval en nieruitval.

Spijsverteringsstelsel (te maken hebbend met de maag en ingewanden)

Aambeien – Kleine ronde paarsige gezwollen aderen die hetzij bloeden, jeuken of pijnlijk zijn en rond de anus voorkomen.

Boeren – Lawaaierig via de mond laten ontsnappen van gas uit de maag; een boertje.

Constipatie – Moeite met de stoelgang omdat het materiaal in de ingewanden hard is vanwege een gebrek aan beweging, vloeistofinname, ruw voedsel, of vanwege bepaalde medicijnen.

Diarree – Ongewoon frequente en overdadige stoelgang die kan leiden tot ernstige uitdroging en shock.

Dyspepsie/Indigestie – Het ongemak dat iemand kan ervaren na het eten. Het kan maagzuur, last van gas, misselijkheid, buikpijn of een opgezwollen buik zijn.

Gastritis – Een ernstige irritatie van het maagslijmvlies, die zowel van korte duur kan zijn als een langer periode kan duren.

Gastro-enteritis (buikgriep) – Een toestand waarbij het maagslijmvlies en de darmen geïrriteerd zijn.

Indigestie – Onvermogen om op de juiste manier voedsel in het spijsverteringskanaal te verteren en absorberen, hetgeen leidt tot verstopping, misselijkheid, maagpijn, gasvorming, opgezwollen buik, pijn en algeheel ongemak of ziekte.

Kiespijn – Pijn in een tand of kies, boven en onder het tandvlees.

Kokhalzen – Onvrijwillig stikken en/of onvrijwillig overgeven.

Kramp/pijn in de onderbuik – Plotselinge, ernstige, oncontroleerbare en pijnlijke samentrekking en verdikking van de spieren in de buik. De buik omvat zowel de maag, als de darmen, lever, nieren, alvleesklier, milt, galblaas en blaas.

Maag- en Darmbloeding – Buitensporige inwendige bloedingen in de maag en de darmen.

Maagpoliepen – Tumoren die groeien op steeltjes in de maagwand, ze gaan meestal over in kanker.

Maagzuur – Een brandende pijn op de plek van het borstbeen, veroorzaakt doordat maagsappen terug omhoog vloeien in de keel.

Misselijkheid – Irritatie van de maag met een misselijk gevoel dat lijkt op wagenziekte en een gevoel dat men moet overgeven.

Moeite met Slikken – en gevoel dat voedsel blijft steken in de keel of het bovenste deel van de borst en niet naar beneden wil, waardoor het moeilijk wordt om te slikken.

Opgezwollen buik – Zwelling van de buik veroorzaakt door een overmaat aan darmgassen.

Overgeven – Onvrijwillig uitspugen van de maaginhoud, dat gewoonlijk gepaard gaat met een misselijk, ziek gevoel vlak daarvoor.

Toegenomen Stoelgang – zie Diaree.

Winderigheid – Meer gas dan normaal in de spijsverteringsorganen.

Zure Oprispingen – Een voortdurende conditie waarin de maagsappen terug naar de keel vloeien, waardoor een moeilijke spijsvertering en een brandend gevoel in de hartstreek kan ontstaan en mogelijk beschadiging aan de keel kan optreden.

Bloed & lymfe (te maken hebbend met het bloed en de heldere vloeistoffen in het weefsel die de witte bloedcellen bevatten)

Blauwe plek – Beschadiging van de huid die leidt tot een paars-groen-gele kleur die veroorzaakt is door het breken van bloedvaten rondom de beschadiging, zonder dat de huid aan de oppervlakte gescheurd is.

Bloedarmoede – Een conditie waarbij het bloed niet langer genoeg zuurstof vervoert, zodat de persoon bleek ziet en gemakkelijk duizelig, slap en vermoeid raakt. In ernstiger gevallen kan de persoon een hartafwijking, ademhalingsmoeilijkheden en spijsverteringsmoeilijkheden oplopen.

Bloedneus – Verlies van bloed door de neus.

Bloeduitstorting – Gebarsten bloedvaten die een zwelling op een plek in het lichaam veroorzaken.

Lymfeklierontsteking – De lymfeklieren o.a. in de nek, deel van het immuunsysteem van het lichaam, raken opgezwollen en vergroot als reactie op de aanwezigheid van een medicijn. De zwelling is het gevolg van het vermenigvuldigen van de witte bloedlichaampjes om de invasie van het medicijn te bevechten.

Metabolisme en voeding (energie en gezondheid)

Artralgie – Plotselinge scherpe zenuwpijn in één of meer gewrichten.

Artritis – Pijnlijk ontstoken en gezwollen gewrichten. De rode en gezwollen conditie wordt veroorzaakt door een ernstige verwonding of schok (hetzij fysiek, hetzij emotioneel) die het lichaam heeft gekregen.

Artropatie – Ziekte van de gewrichten of abnormale gewrichten.

Dorst – Een sterk, onnatuurlijk hevig verlangen naar vocht/water in de mond en keel.

Gewichtstoename – Een opeenhoping en opslag van vet in het lichaam die zich gedurende een langere periode opeenstapelt vanwege ongezonde eetgewoontes, gebrek aan lichamelijke inspanning, of een onvermogen om voedsel op de juiste manier te verwerken. Het kan het lichaam vatbaar maken voor vele afwijkingen en ziektes.

Gewichtsverlies – Ongecontroleerd en meetbaar verlies van zwaarte of gewicht.

Hypercholesterolemie – Te veel cholesterol in het bloed.

Hyperglykemie – Een ongezonde hoeveelheid suiker in het bloed.

Jicht – Een ernstige vorm van artritis die wordt veroorzaakt door afzetting van de afvalstof urinezuur in het weefsel en de gewrichten. Het kan verergeren en veroorzaken dat zich in het lichaam een vervorming ontwikkeld, na fases van pijn, ontsteking, overgevoeligheid en stijfheid.

Kaakpijn – Pijn vanwege irritatie en het opzetten van de zenuwen die verbonden zijn met dat gedeelte van de mond waar deze opent en sluit, net voor het oor. Enkele symptomen zijn: pijn tijdens het kauwen, hoofdpijn, evenwichtstoornissen, verstopte of suizende oren en knarsetanden.

Rugpijn – Ernstig lichamelijk ongemak in het gebied van de nek tot aan het bekken langs de ruggengraat.

Slappe Spieren – Verlies van lichamelijke kracht.

Spierkramp – Wanneer de spieren ongecontroleerd, zonder waarschuwing, samenspannen en niet ontspannen. De spieren in elk willekeurig lichaamsdeel kunnen verkrampen.

Spierpijn – Een algemene wijdverspreide pijn en gevoeligheid van de spieren.

Stijve Gewrichten – Verlies van bewegingsvrijheid en gemakkelijke souplesse op enige plek waar twee botten samenkomen.

Stijve Kaak – Het resultaat van het spannen van de kaak en knarsetanden dat kan leiden tot tandbederf, alsmede beschadiging van de kaakspieren en de kaakgewrichten.

Stijve spieren – Het spannen van spieren waardoor deze moeilijk te buigen zijn.

Verhoogde bilirubine – Bilirubine is een afvalstof die vrijkomt bij de afbraak van oude bloedcellen. Bilirubine wordt naar de lever gestuurd om het oplosbaar te maken in water zodat het kan worden afgevoerd uit het lichaam door het legen van de blaas. Een medicijn kan deze normale leverfunctie verstoren of beschadigen, waardoor leverziekte ontstaat.

Verhoogde leverenzymen – Een toename in het aantal paarsgewijs voorkomende levereiwitten die de processen in de lever regelen, waardoor een conditie ontstaat waarin de lever abnormaal functioneert.

Zenuwstelsel (zintuigenlijken kanalen)

Abnormale Coördinatie – Een gebrek aan normale, harmonieuze interactie tussen delen van het lichaam wanneer dit in beweging is.

Beven – Een nerveus en onvrijwillig vibreren of trillen van het lichaam.

Carpale-tunnelsyndroom – Een beknelde zenuw in de pols die pijn, tintelingen en gevoelloosheid veroorzaakt.

Duizeligheid – Het verlies van evenwicht terwijl men zich onstabiel en lichthoofdig voelt, hetgeen zou kunnen leiden tot flauwvallen.

Duizelingen – Een gevoel van duizeligheid dat gepaard gaat met desoriëntatie en verwarring.

Flauwte – Een tijdelijke conditie waarbij de kans groot is dat men bewusteloos raakt en valt.

Hoofdpijn – Een scherpe of doffe aanhoudende pijn in het hoofd.

Hyperreflexie – Een niet-normale (abnormale) en onvrijwillige verhoogde reactie in de weefsels (zoals pezen) die de botten met de spieren verbinden.

Labiliteit – Gebrek aan mentale en emotionele balans.

Licht gevoel in het hoofd – Een ongecontroleerd en gewoonlijk kort verlies van bewustzijn, meestal veroorzaakt door een tekort aan zuurstof naar de hersenen.

Migraine – Terugkerende stevige hoofdpijn (meestal éénzijdig), soms gepaard gaand met misselijkheid, braken, duizeligheid, het zien van sterretjes of vlekken voor de ogen en gesuis in de oren.

Onrustige Benen – De drang om de benen te bewegen zonder enige klaarblijkelijke reden. Soms gaan de bewegingen gepaard met een pijnlijk, trekkend, schokkerig, verkrampt, brandend of een griezelig gevoel. Het wordt erger als een persoon niet beweegt en kan iemands slaap verstoren omdat iemand de drang voelt te bewegen om enige verlichting te krijgen.

Paresthesie – Brandende, prikkelende, jeukende of tintelende huid zonder voor de hand liggende of verklaarbare oorzaak.

Pijnscheuten – Krachtige, krampachtige en spastische beweging, soms vergezeld van een scherpe plotselinge pijn.

Spierkramp – Een spontane en ongecontroleerde aanspanning van de spieren, veroorzaakt door elektrische impulsen van het zenuwstelsel.

Traagheid – Gebrek aan alertheid en energie, alsmede traag in het reageren of handelen in het leven.

Trillen – Ongecontroleerd trillen en beven alsof men koud en rillerig is.

Verhoogde Spiertonus – Ongecontroleerde en overtrokken spierspanning. Spieren zijn gewoonlijk gedeeltelijk gespannen en dat geeft spiertonus.

Zenuwtrekkingen – Een samenspanning van de spieren die leidt tot een herhaalde beweging die niet onder controle van de persoon is. Meestal in het gezicht of de ledematen.

Mentaal en emotioneel

Afgenomen eetlust – Het hebben van een gebrek aan eetlust, ondanks de normale behoefte aan calorieën in het leven, hetgeen leidt tot ongewenst gewichtsverlies.

Afgenomen libido – Een abnormaal verlies van seksuele energie of seksueel verlangen.

Apathie – Totaal gebrek aan belangstelling of interesse voor dingen die normaliter als belangrijk zouden worden beschouwd of gewoonlijk zorg zouden creëren.

Auditieve hallucinaties – Dingen horen zonder dat de stemmen of geluiden aanwezig zijn.

Bruxisme – Knarsen en op elkaar klemmen van de tanden in de slaap.

Depersonalisatie – Een toestand waarin iemand z’n normale gevoel van persoonlijke identiteit kwijt is.

Depressie – Een hopeloos gevoel van falen, verlies en bedroefdheid die kan verergeren tot gedachtes aan de dood. Een heel veel voorkomende reactie of bijwerking van psychiatrische medicijnen.

Desoriëntatie – Verlies van gevoel van richting, plaats, tijd of omgeving, alsmede mentale verwarring aangaande de eigen persoonlijke identiteit.

Drang naar koolhydraten – Een drang of neiging om voedsel te eten dat rijk is aan suiker en zetmeel (snoep, zoutjes en junkfood) die toeneemt omdat het eetpatroon steeds meer uit balans raakt vanwege een onbalans in de juiste voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft.

Dromen (abnormaal) – Dromen die een heel duidelijk en gedetailleerd plaatje en indruk achterlaten wanneer men weer wakker is, lange tijd kunnen aanhouden en soms onplezierig zijn.

Emotionele labiliteit – Plotseling heel hard gaan lachen of huilen of beide, zonder in staat te zijn de opwelling van emotie onder controle te houden. Deze episodes zijn instabiel aangezien ze veroorzaakt worden door dingen die normaliter niet dit effect op een persoon hebben.

Gapen – Het onvrijwillig openen van de mond met diepe inademing.

Geheugenverlies – Gedeeltelijk of totaal verlies van herinneringen, voor kortere of langere tijd, veroorzaakt door een emotionele of lichamelijke schok, ernstige ziekte of een klap op het hoofd, waarbij de persoon pijn leed en bewusteloos raakte.

Geïrriteerdheid – Een abnormale reactie van ergernis of beroering als reactie op een prikkel (de omgeving, dingen die om iemand heen gebeuren.).

Gejaagdheid – Een plotselinge krachtige en heftige, emotioneel verstoorde geestestoestand.

Huilen (abnormaal) – Ongebruikelijk en niet normale (abnormale) huilbuien van kortere of langere duur zonder enige aanwijsbare reden.

Lethargie – Mentale en lichamelijke traagheid en apathie (een gevoel van hopeloosheid, dat “er niets aan gedaan kan worden”) die kunnen verergeren tot een bewusteloze toestand die lijkt op een diepe slaap. Een verlamde geestestoestand.

Nerveuze trillerigheid – Enorm schrikachtigheid, onzekerheid en ongemak, gepaard gaand met een angstig en bang gevoel. De toestand wordt gekenmerkt door gedachten van tegen de toekomst opzien, onvrijwillig trillen en beven en zich ellendig voelen en plotseling ontstemd.

Onrust – Nerveuze beweeglijkheid zonder aanwijsbare reden.

Onwerkelijk gevoel – Het bewustzijn dat men ongewenste emoties heeft, zoals angst, maar dat men het irrationele gevoel niet van zich af kan zetten. Bijvoorbeeld, het gevoel dat men gek wordt terwijl men rationeel weet dat het niet zo is. De aard van deze bijwerking lijkt op het hebben van een nachtmerrie en niet wakker kunnen worden.

Opgewondenheid – Ongecontroleerd reageren op prikkels (iemands omgeving).

Paniekaanval – Plotselinge en intense gevoelens van angst, doodsangst en schrik die lichamelijk kortademigheid, zweten, trillen en hartkloppingen veroorzaken.

Paniek reactie – Een plotselinge, overweldigende, chaotische en verwarde mentale toestand van doodsangst die ertoe leidt dat men vertwijfeld is, vaak gepaard met hyperventilatie en extreme onrust.

Slapeloosheid – Niet kunnen slapen vanwege lichamelijke stress, mentale stress of stimulerende middelen zoals koffie of medicijnen; een toestand van abnormaal wakker zijn terwijl men normaliter in slaap zou kunnen vallen en verder zou kunnen slapen.

Somnolentie – Voortdurend slaap hebben of een toestand van semi-bewustzijn.

Toegenomen eetlust – Een ongewoon hongergevoel dat ertoe leidt dat iemand teveel eet.

Toegenomen rusteloosheid – Een constante verslechterende verstoorde geestestoestand gekenmerkt door een toenemende nervositeit bij de persoon, niet kunnen ontspannen en snel aangebrand zijn.

Verergerde zenuwachtigheid – Een toenemend verslechterende geïrriteerde en ongeruste geestestoestand.

Vergeetachtigheid – Niet in staat te herinneren wat men zich normaliter zou herinneren.

Verminderde concentratie – Niet in staat de aandacht gedurende langere periodes te richten.

Verwarring – Een onvermogen om helder te denken of te begrijpen, die het maken van rationele beslissingen in de weg staat.

Zelfmoordneiging – Het gevoel dat men zichzelf wil doden.

Zelfmoordpoging – Niet geslaagde bewuste aanval op het eigen leven met de bedoeling er een einde aan te maken.

Geslachtsorganen (vrouwelijk)

Bloedverlies tussen de menstruaties in – Abnormaal bloeden tussen menstruaties in. Ongebruikelijk lekken tussen twee menstruatiecycli.

Borstkanker – Een tumor of kanker aan één van beide melkafscheidende organen in de borst van een vrouw.

Menorrhagia – Abnormaal zware menstruatieperiode of menstruele bloedingen die ongewoon lang doorgaan.

Menstruele krampen – Pijnlijke, onvrijwillige samentrekkingen van de baarmoeder die vrouwen ervaren rond de tijd van hun menstruatie, die soms pijn veroorzaakt in de onderrug en dijen.

Onregelmatige menstruatie – Een verstoring of ontregeling van het normaal functioneren van de menstruatie van een vrouw.

Ontsteking van het bekken – De reactie van het lichaam op irritatie door infectie, allergie of bacteriën die gekenmerkt wordt door pijn, roodheid, zwelling en soms verlies van functie. De reactie begint gewoonlijk in de baarmoeder en verspreidt zich naar de eileiders, eierstokken en andere delen van het lichaam rondom het heupbeen.

Premenstrueel Syndroom – Diverse lichamelijk en mentale symptomen die normaliter door geslachtsrijpe vrouwen worden ervaren, rond 2 tot 7 dagen voor het begin van de menstruatie. Er zijn meer dan 150 symptomen, waaronder vreetbuien, gedragsveranderingen, humeurigheid, geïrriteerdheid, vermoeidheid, het vasthouden van vocht, gevoeligheid van de borsten, hoofdpijn, opgeblazen gevoel, gejaagdheid en depressie. De symptomen houden gewoonlijk op kort nadat de menstruatie is begonnen en verdwijnen in de overgang.

Ademhalingsstelsel

Astma – Een ziekte aan het ademhalingsstelsel in gang gezet door een allergische reactie of chemische stof met herhaaldelijke hoestbuien, taai slijm, niezen, kortademigheid en een verkrampt gevoel in de borst. De ziekte kan een toestand bereiken waarin het iemand belemmert in het uitademen, hetgeen leidt tot bewusteloosheid en de dood.

Bronchitis – Ontsteking van de twee belangrijkste luchtkanalen die van de luchtpijp naar de longen lopen. De ziekte wordt gekenmerkt door hoesten, een lichte koorts en heesheid, veroorzaakt door een allergische reactie.

Hoesten – Een hoest is de reactie op een irritatie, zoals slijm, die ervoor zorgt dat de spieren die de ademhaling regelen plotseling en luid lucht uit de longen blazen om de luchtwegen vrij te houden van het irriterende materiaal.

Hoofdpijn door druk in de holten – Een abnormale hoeveelheid vloeistaf in de holtes van de aangezichtsbeenderen, in het bijzonder rondom de neus. Deze overtollige vloeistof veroorzaakt druk, hetgeen hoofdpijn veroorzaakt.

Kortademigheid – Onnatuurlijke manier van ademhalen waarbij veel inspanning gebruikt wordt, hetgeen ertoe leidt dat het lichaam niet genoeg lucht binnenkrijgt.

Laryngitis – Ontsteking aan het strottenhoofd, gekenmerkt door heesheid, een zere keel en hoesten. Het kan veroorzaakt worden door overbelasting van de stem of blootstelling aan irritatie door infectie, allergie of chemische stoffen.

Longontsteking – Bacteriële infectie van de luchtwegen en de longen die roodheid, zwelling en pijn veroorzaken in de luchtpijp. Andere symptomen zijn hoge koorts, rillingen, ademhalingsmoeilijkheden en hoesten met slijmafscheiding.

Neusverstopping – De aanwezigheid van een abnormale hoeveelheid vloeistof in de neus.

Rhinitis – Chemische irritatie die pijn, roodheid en zwelling veroorzaakt in de slijmvliezen van de neus.

Verstopte voorhoofdsholten en bijholten – De met slijmvlies bedekte delen van de botten in het gezicht worden geacht de lucht naar de neus te verwarmen en te bevochtigen. Deze raken verstopt met overtollige vloeistof.

Voorhoofdsholteontsteking en bijholteontsteking – Het lichaam reageert op chemische irritatie met roodheid, zwelling, en pijn in het gebied van de holten in de aangezichtsbeenderen, in het bijzonder rondom de neus. De holten raken geïnfecteerd.

Skelet

Pijn in de nek/schouders – Pijnlijke sensaties in de zenuwuiteinden, veroorzaakt door beschadiging aan het weefsel in de nek en de schouders, hetgeen een mogelijke ziekte aangeeft.

Huid en ledematen (huid, armen en benen)

Acne – Uitbarstingen van de talgklieren van de huid, in het bijzonder in het gezicht, herkenbaar aan pukkels, mee-eters, witte puntjes, bultjes, en in ernstiger vorm, aan cysten en littekens.

Angioedema – Intens jeukende en gezwollen striemen op de huid, genaamd netelroos, veroorzaakt door een allergische reactie op inwendige of uitwendige stoffen. De reactie komt vaak voor bij een bepaald soort voedsel of een medicijn. In chronische gevallen kan het lange tijd aanhouden.

Dermatitis – Algemeen geïrriteerdheid van de huid die kan worden veroorzaakt door elke willekeurige irritatie, bijvoorbeeld door parasieten, schimmels, bacteriën of vreemde stoffen die een allergische reactie veroorzaken. Het is een algemene ontsteking van de huid.

Droge huid – Gebrek aan vocht/vet in de buitenste laag van het lichaam. De huid is het grootste orgaan van het lichaam.

Droge lippen – Gebrek aan de normale hoeveelheid vocht in de huidplooien die de mond omringen.

Eczeem – Een ernstige of voortdurende huidziekte die gekenmerkt wordt door roodheid, verharding en schilferen met waterige blaren en jeuk. Het is vaak moeilijk te behandelen en verdwijnt soms om vervolgens weer terug te komen.

Epidermale necrolyse – Een abnormale conditie waarbij een groot deel van de huid heel erg rood wordt en loslaat net als bij een tweedegraads verbranding. Vaak met blaren als symptoom.

Folliculitis – Ontsteking van een follikel (klein zakje in het lichaam), in het bijzonder een haarzakje. Een haarzakje bevat de haarwortel.

Furunculosis – Steenpuisten die herhaaldelijk terugkomen.

Huiduitslag – Uitslag of verkleuring van de huid die kan jeuken, tintelen, branden of anderszins pijnlijk kan zijn. Het kan veroorzaakt worden door een allergie, een huidirritatie of een huidziekte.

Kaalheid – Het verlies van haar.

Knobbel – Een buil, bobbel, zwelling of wildgroei aan de huid bestaande uit een hoeveelheid weefsel of cellen.

Lipoom – Een tumor van voornamelijk vetcellen die niet bedreigend is voor de gezondheid.

Pruritus – Extreme jeuk van meestal onbeschadigde huid.

Zintuiglijk

Abnormale zicht – Normale beelden worden door de kijker anders gezien dan door anderen.

Conjunctivitis – Infectie van het membraan dat de oogbal bedekt en het ooglid bekleedt, veroorzaakt door een virus, allergische reactie of een irriterende chemische stof. Het wordt gekenmerkt door roodheid, tranen en jeuk.

Droge ogen – Niet genoeg vocht in de ogen.

Gezichtsvertroebeling – Het zicht is vaag of onduidelijk en wazig qua contouren of voorkomen.

Irritatie van de ogen – Een ontsteking aan de ogen.

Metaalsmaak – Een variëteit van aantastingen van smaak, van verdraaide smaak tot een compleet verlies van smaak.

Ooginfectie – De invasie van het oogweefsel door bacteriën, virussen, schimmels, etc. die schade aan het weefsel veroorzaken, met giftige kenmerken. Als de infectie zich in het lichaam verspreidt, wordt het een ziekte.

Oorpijn – Pijn in het oor.

Tinnitus (suizende oren)– Een zoemend, suizend of fluitend geluid in één of beide oren mogelijk vanwege het gebruik van bepaalde medicijnen.

Verandering van smaak – Abnormale smaakherkenning in voedsel.

Verstoord zicht – Het zicht wordt beïnvloed of onderbroken. Voorbeelden van verstoringen zijn overgevoeligheid voor licht en een onvermogen om gemakkelijk kleuren te onderscheiden.

Verwijdde pupillen – Abnormale vergroting van de zwarte cirkelvormige opening in het midden van het oog.

Urinewegen

Aandrang tot plassen – Een plotselinge, dwingende drang tot plassen, vergezeld van ongemak in de blaas.

Bloed in de urine – Bloed aanwezig wanneer men de vloeibare afvalstof van de nieren via de blaas loost in het toilet, hetgeen het water paars of rood maakt. Soms zie je bloedspetters in het water nadat je geplast hebt.

Dysuria – Moeizaam of pijnlijk plassen.

Infectie aan de urinewegen – Een invasie van bacteriën, virussen, schimmels, etc. in de urinewegen van het lichaam. Dit begint bij de nieren die urine afscheiden uit het lichaam. Als de infectie lange tijd niet ontdekt wordt, kan het weefsel beschadigen en een ziekte ontstaan.

Nierstenen – Kleine harde massa van zoutafzetting gevormd door de nieren.

Verhoogde plasfrequentie – Vaker dan normaal moeten plassen of na slechts korte tussenpozen.

Urogenital (urinewegen en/of geslachtsorganen)

Ejaculatiestoornis – Disfunctioneren van de zaadlozing tijdens een orgasme.

Inorgasmia – Niet in staat zijn een orgasme te ervaren.

Menstruatiestoornis – Disfunctioneren van de menstruatie.

Heftige of lichamelijk gevaarlijke bijwerkingen/ ontwenningsverschijnselen:

Acuut falen van de nieren – De nieren stoppen met het afscheiden van afvalstoffen, hetgeen leidt tot een snelle vergiftiging van het lichaam.

Akathisie – Extreme bewegingsonrust. Niet stil kunnen zittenen/of het gevoel uit de huid te willen springen.

Anafylactische shock – Een heftige, plotselinge en forse daling van de bloeddruk, veroorzaakt door blootstelling aan een vreemd eiwit of een tweede dosering van een medicijn, een shock kan dodelijk zijn, tenzij er direct spoedeisende hulp wordt geboden.

Epileptische aanvallen (of convulsies) – Een herhaalde plotselinge, heftige en onvrijwillige aanval van spierverkrampingen gepaard gaand met een verlies van bewustzijn.

Fibrillatie van de hartkamers – Een verstoring van het hartritme, die zo snel is dat het hart niet meer effectief kan kloppen, waardoor er minder bloed naar de hersenen stroomt. Dit veroorzaakt bewustzijnsverlies en mogelijk een plotselinge dood.

Maligne Neuroleptisch Syndroom – Een levensbedreigende, zeldzame reactie op een antipsychotica, gekenmerkt door koorts, spierstijfheid, veranderde mentale toestand en disfunctioneren van het autonome zenuwstelsel.

Pancreatitis – Chemische irritatie met roodheid, zwelling en pijn in de alvleesklier, die spijsverteringsenzymen en hormonen afscheidt.

Rhabdomyolyse – De afbraak van spiervezels en de afscheiding ervan in de bloedsomloop. Sommige van deze vezels vergiftigen de nieren en dit leidt vaak tot nierbeschadiging.

Serotonine syndroom – Een stoornis veroorzaakt door een te hoog serotonineniveau. Het wordt veroorzaakt door medicijnen en kan dodelijk zijn. Symptomen zijn onder andere: euforie, sufheid, aanhoudende en snelle oogbeweging, gejaagdheid, te sterke reflexen, snel spannen van de spieren, abnormale bewegingen van de voeten, onhandigheid, een dronken en duizelig gevoel zonder alcohol genomen te hebben, het overmatig spannen en ontspannen van de kaakspieren, spiertrillingen, hoge lichaamstemperatuur, stijf lichaam, wisselende mentale toestand inclusief verwarring en overmatige blijdschap, diarree en bewustzijnsverlies.

Tardieve dyskinesie – Spierstijfheid, krampen, en diverse ongewenste bewegingen. De spieren in het gezicht en lichaam verkrampen en vervormen en vertrekken het gezicht tot rare grimassen.

Trombocytopenie – Een abnormale afname van het aantal bloedplaatjes in de bloedsomloop. Een afname van het aantal plaatjes veroorzaakt een afname van het vermogen van het bloed om te stollen wanneer dit nodig is.

Tachycardie – Een ongewoon snel hartritme dat begint in de kamers van het hart. Als de korte pieken van het snelle hartritme lange tijd aanhouden, kan het degenereren tot een algemeen snelle hartslag en kan het dodelijk zijn.